De zaak-Mekonen biedt meerdere aanknopingspunten voor politieonderzoek. Ons Kabinet heeft ook regelmatig aangegeven ‘alle signalen van mensensmokkel’ serieus te willen nemen. Maar hoeveel onderzoek is er daadwerkelijk gedaan?
Mei 2014, vijf maanden na de dood van Mekonen. Toenmalig staatssecretaris Fred Teeven is te gast bij het tv-programma Een op Een. De aanleiding is de toestroom van Eritrese asielzoekers. ‘Een tsunami’, aldus Teeven. Bekijk hier het hele interview van Sven Kockelmann met Fred Teeven
“Het openbaar ministerie is bezig met een onderzoek samen met de marechaussee en de nationale politie, om in de volle breedte te kijken: wordt er hier geopereerd in het kader van mensensmokkel? Hoe is de reisroute? Hoe is het reisverhaal? Hoe is de logistiek? Hoe reizen ze vanuit Afrika naar Zuid-Europa? En komen ze rechtstreeks – dat is de verwachting – vanuit Italië naar hier?
Maar dat betekent dat je alle incidenten, alle gebeurtenissen die plaatsvinden, waar ergens in Nederland, of aan de grenzen, waar indicatie is van mensensmokkel, dat je die signalen niet lokaal laat afdoen door de plaatselijke politie, maar dat je die ook echt verzamelt.”
Aan het einde van de uitzending doet Teeven zelfs een oproep: ‘Ogen en oren open. Geef de signalen door aan de politie en de marechaussee, want daar hebben we ook daadwerkelijk iets aan’.
Alle incidenten waarbij een indicatie is van mensensmokkel, moeten worden verzameld
Tweet This
In september 2014 doet de landelijke eenheid van de politie in het tv-programma Opsporing verzocht ook een oproep aan het publiek om uit te kijken naar deze ‘professioneel opererende criminelen’ die ‘op de gewoonste plekken’ werken.
Maar wat heeft de politie gedaan met de signalen die advocaat Sinoo en medewerkers van het COA doorgaven over de zaak-Mekonen?
“Een incidentje”
Al voordat het lichaam van Kahsay Mekonen in Bremen wordt gevonden, wordt er een ‘mutatie’ over hem aangemaakt bij de politie Utrecht. Op 2 januari 2014 meldt een vriend daar zijn vermissing. Hij doet dit samen met twee andere Eritreeërs, die voor hem tolken.
De politie checkt of Mekonen is binnengebracht in een ziekenhuis of dat hij ergens in de cel zit. Dat is niet het geval. Vervolgens wordt hij als vermist geregistreerd in het systeem. “De vermissing is overlegd met een hulpofficier en als niet urgent gecategoriseerd“, zo laat een woordvoerder weten.
De vermissing van Mekonen werd gecategoriseerd als ‘niet urgent’
Tweet This
De politie heeft contact gehad met het asielzoekerscentrum waar Mekonen woonde. “Daar werd aangegeven dat er een ruzie tussen bewoners tevens kamergenoten was geweest, dat Mekonen daar één van was en dat daarop de kamergenoot van Mekonen door het AZC is verplaatst“, e-mailt de woordvoerder. “Verder heeft het AZC bevestigd al enige tijd niet van Mekonen gehoord te hebben en dat ze voornemens waren hem uit te schrijven. Het gebeurt naar hun zeggen regelmatig dat bewoners “niet terugkeren naar het centrum. Het behoort dan tot de procedure om die persoon uit te schrijven.“
Mekonen werd door zijn kamergenoot bedreigd met een fietsketting
Tweet This
Een woordvoerder van de politie in Utrecht bevestigt dat Mekonen door zijn kamergenoot werd bedreigd. “We hebben een melding gekregen dat er gedonder was daar, in Leersum. Iemand had iemand anders met een fietsketting bedreigd. Het is gewoon een incidentje geweest, zoals heel veel incidentjes in die AZC’s.” In eerste instantie zegt de woordvoerder dat de politie naar het asielzoekerscentrum in Leersum is gegaan en met mensen heeft gesproken. In de week voor de publicatie van dit onderzoek trekt hij die uitspraak in. Er is alleen gebeld met het COA.
Dat Mekonen aan zijn vriend vertelde dat de bedreigingen daarna aanhielden, en heftiger werden Lees het hoofdstuk Bedreigd door mensensmokkelaars is niet door de politie genoteerd en daarom ook niet doorgegeven aan de autoriteiten in Bremen. “Alles wat op dat moment bekend was in onze systemen is gedeeld”, laat de afdeling persvoorlichting weten. “Op 6 januari is onze informatie uit de systemen (de mutatie die op 2 jan gemaakt was) via het rechtshulpcentrum naar Duitsland gestuurd. De dag daarna bleek er bij de bovenregionale recherche ook informatie te zijn in een mensenhandelonderzoek, en ook dit is op 7 januari via het rechtshulpcentrum naar Duitsland gestuurd.”
De woordvoerder van de politie zegt dat alles uit het systeem gedeeld is met de autoriteiten in Bremen. De informatie over de bedreiging is echter niet gedeeld, zeggen zowel de Nederlandse als de Duitse officier van justitie. Als we de woordvoerder in Utrecht hiermee confronteren, schrijft hij: “Als men dat zo aangeeft, wie ben ik dan nog? Misschien is het wel nog even goed om aan te geven dat ik het doorgeefluik ben van informatie die mij aangereikt wordt.”
“Keine Obduktion”
Uit het Duitse politiedossier blijkt dat de officier van Justitie in Bremen het lichaam van Mekonen al drie dagen nadat hij is gevonden ‘vrij wil geven’. Er is geen verder onderzoek nodig, concludeerde de officier. De politie in Bremen e-mailt dit ook aan de familie van Mekonen.
‘Het spijt me dat ik u moet informeren dat de neef van uw vrouw zelfmoord heeft gepleegd. Hij is voor het laatst levend gezien op de ochtend van 26 december 2013. Hij was per trein onderweg van Hannover naar Bremen. Het onderzoek van de recherche gaf geen indicatie voor de betrokkenheid van een derde partij bij het overlijden. Uw verantwoordelijkheid zal zijn om een begrafenisondernemer aan te wijzen om te regelen wat er met het lijk moet gebeuren.’
Op de plaats waar Mekonen is gevonden zijn foto’s genomen. Die zitten in het Duitse dossier. Volgens forensisch patholoog Frank van de Goot zijn ze ‘erbarmelijk’. Doordat het lichaam onder de boomtakken is gefotografeerd, zijn de lijkvlekken niet goed waarneembaar. Er zijn allerlei schaduwen op de foto te zien.
Er is geen forensisch onderzoek verricht op de plaats delict. De politie heeft het lichaam van Mekonen losgesneden, en de riem waaraan hij hing achtergelaten. Er is niet gezocht naar eventuele voetsporen. De politie heeft ook geen pogingen gedaan om te achterhalen waar Mekonen de dagen voor zijn dood is geweest.
E-mails met vragen
Als asieladvocaat Leonie Sinoo hoort dat haar cliënt dood is gevonden in Duitsland, stuurt ze meerdere faxen naar Bremen. Daarin wijst ze erop dat Mekonen voor zijn dood werd bedreigd, en dat hij niet depressief was. Ook stuurt ze een ambtsbericht door over de geheime dienst van Eritrea. Sinoo verstuurde deze faxen op 10 januari en 11 januari 2014. Ze werden pas op 15 januari vertaald naar het Duits voor de Officier van Justitie.
Op 14 januari, om zeven uur ’s avonds, stuurt Sinoo een derde e-mail naar de Duitse autoriteiten. Ze is die dag op het asielzoekerscentrum in Leersum geweest, en daar hoorde ze van de medewerkers dat de rugzak van Mekonen gelinkt werd aan mensenhandel. Een van die medewerkers spreekt daarover met een rechercheur van de vreemdelingenpolitie in Utrecht.
De dag daarop, op 15 januari 2014, stuurt die rechercheur van de vreemdelingenpolitie een e-mail met een reeks vragen naar zijn collega’s in Bremen. Hij wil weten of Mekonen een afscheidsbrief bij zich had, en welke onderzoeken de Duitse politie precies heeft verricht. Hij zegt echter niks over de bedreiging.
Uit interne e-mails blijkt dat de vragen van de politie in Nederland de autoriteiten in Bremen toch aan het twijfelen brengen. De politie vraagt een patholoog om advies. Die mailt op 16 januari: ‘Het wurgspoor geeft geen aanwijzingen voor verhanging door een derde. Het enige waarvan de herkomst ons niet bekend is, blijft de injectie in de rechterelleboog.’ Alleen een autopsie met een toxicologisch onderzoek kan daarover uitsluitsel geven, stelt de arts.
Nog diezelfde dag geeft de Duitse officier van justitie opdracht tot autopsie. Het onderzoek wordt voor de volgende dag ingepland. Meteen om 9 uur ’s ochtends. Zie hoofdstuk 2, autopsieverslag, over de kanttekeningen die twee forensisch pathologen bij de uitvoering van de autopsie plaatsen.
“Let op die rugzakken”
Het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM) vraagt medewerkers van het asielzoekerscentra om te letten op Eritreeërs met bepaalde types rugzakken. Zie het hoofdstuk Bedreigd door mensensmokkelaars
Meldingen die bij het EMM zijn gedaan, waren niet bekend bij de politie Utrecht
Tweet This
“Het EMM is geen instantie die onderzoeken verricht”, zo laat de afdeling persvoorlichting weten.
“De voorlichting die het EMM aan het COA heeft gegeven betreft geen onderzoeksinformatie. Het delen van voorlichtingsinformatie met andere landen wordt niet gedaan. Hierover bestaan ook geen protocollen.”
“Duitsland is verantwoordelijk”
Welke informatie is via het Internationaal rechtshulpcentrum IRC uitgewisseld tussen Nederland en Bremen?
Er is geen informatie gedeeld over de bedreiging. De Duitse politie heeft er niet om gevraagd
Tweet This
Tillart zegt dat de politie Utrecht, na toestemming van het IRC, meermaals rechtstreeks contact heeft gehad met de Duitse collega’s, en dat via Interpol de inhoud van een tapgesprek uit een Nederlands onderzoek in een andere zaak is verstrekt. Dit is het tapgesprek waarin twee Eritreeërs uitspreken dat zij denken dat Mekonen is vermoord. Zie het hoofdstuk Bedreigd door mensensmokkelaars. “De Duitse politie heeft geen nadere informatie gevraagd.”
“Door het IRC is geen informatie gedeeld over een EMM-onderzoek of over een bedreiging“, geeft Tillart aan. “Het IRC doet in beginsel geen zelfstandig onderzoek, maar is een informatiekanaal en zet verzoeken uit.” Tillart mailt ook: “Maar nogmaals: de vraag of iets ‘bij u bekend is’ is niet met ja of nee te beantwoorden. Bij het IRC is op zich niets bekend, maar we kunnen wel gevraagd worden iets uit te zoeken. Zoals gezegd kan ik uit ons dossier afleiden dat meteen duidelijk werd dat Mekonen als vermist was opgegeven, dat die informatie (op eigen initiatief) is gedeeld, en dat er door de politie Utrecht (op eigen initiatief) nadere vragen zijn gesteld over het Duitse onderzoek. De contacten tussen de politie Utrecht en Bremen zijn rechtstreeks verlopen, dus voor de vraag welke verdere informatie er precies (schriftelijk of telefonisch) is gedeeld en of er een aangifte is van bedreiging, moet ik u toch verwijzen naar de politie Midden-Nederland. Verder wil ik nogmaals benadrukken dat volgens ons dossier de politie Bremen niet alleen met de politie Utrecht, maar ook met Mr. Sinoo en de nabestaanden in een zeer vroeg stadium (in ieder geval voor 15 januari 2014) rechtstreeks contact heeft gehad. En dat de politie in Bremen op grond van deze contacten besloten heeft tot nader onderzoek (een autopsie en een toxicologisch onderzoek).”
Het onderzoek geschied onder verantwoordelijkheid van de Duitse autoriteiten
Tweet This
“Het onderzoek naar de dood van Mekonen geschiedt onder verantwoordelijkheid van de Duitse autoriteiten”, benadrukt Tillart. “De Duitse officier van justitie heeft geen justitieel rechtshulpverzoek ingediend. Mochten er nog steeds twijfels bestaan over de doodsoorzaak, dan kan dit alsnog.
Het antwoord op de vragen (die u niet heeft gesteld, maar die ik me wel voor kan stellen) waarom er verder geen rechtshulpverzoek is ingediend en waarop (tot tweemaal toe) de conclusie zelfdoding is gebaseerd, kan alleen door het Duitse OM worden gegeven. Het Duitse onderzoek ken ik niet inhoudelijk.”
“Als we dit hadden geweten…”
“Natuurlijk is het zo dat Mekonen hier in Bremen is overleden”, zegt Frank Passade, de persofficier van justitie in Bremen. “En natuurlijk zouden de Duitse opsporingsinstanties hiervoor verantwoordelijk zijn als het om een strafbaar feit gaat. Maar hoe moeten we weten dat daar aanwijzingen voor zijn als Nederland die aanwijzingen niet met ons deelt?”
Als Nederland had verteld over de verdenking van mensenhandel, hadden we meer onderzoek gedaan
Tweet This
De officier van justitie schrikt als we hem confronteren met het deel van Mekonens riem, dat we een jaar na diens overlijden nog aantroffen aan de boom in het Bürgerpark. “Dat hoort niet”, geeft hij toe. Toch vindt hij dat er vooral aan de kant van de Nederlandse politie is verzaakt bij het onderzoek naar de dood van Mekonen.
“De Nederlandse politie heeft contact gezocht met de politie in Bremen”, benadrukt hij. De vreemdelingenpolitie heeft zelf vragen gesteld. Dan is het niet vreemd dat de politie in Bremen ervan uitgaat dat de Nederlandse politie ook de relevante informatie deelt die bij hen bekend is. En dat is niet gebeurd.
“Dass er konkret bedroht wurde, ist uns in dieser Form nicht bekannt.”
Als mensenhandel hier op de achtergrond een rol heeft gespeeld, waarom, bitteschön, heeft men ons dat dan niet meegedeeld?
De Nederlandse autoriteiten hadden de informatie over de bedreiging en de verdenkingen van georganiseerde mensensmokkel moeten delen, vindt Passade. “Ook als dit nog niet bewezen is, had Nederland daar moeten doen. Dan zouden wij in actie zijn gekomen en op zoek zijn gegaan naar bewijs.”